
Ons laatste nieuws



Dement of slechthorend?
Het zou niet de eerste keer zijn dat er bij een “demente” bejaarde een verkeerde diagnose wordt gesteld. Nader onderzoek wees dan uit dat er geen sprake was van dementie maar van slechthorendheid.
Een slechthorende vertoont gedrag dat soms lijkt op een vorm van dementie. Men begrijpt dingen niet, geeft verkeerde antwoorden, ze lachen niet als er een grap wordt verteld en het lijkt vaak alsof de interesse gewoonweg aan het wegebben is. Dit leidt vaak tot het terugtrekken van de slechthorende en komen zo in een isolement. Doen ook niet meer mee aan activiteiten in bv. het bejaardenhuis, willen niet meer naar een verjaardag en mijden drukke gelegenheden. Kortom, men ontwijkt de mogelijke probleemsituaties. Dit gedrag wordt vaak ten onrechte verward met geestelijke achteruitgang door bijvoorbeeld dementie.
Vanwege de toenemende vergrijzing zijn onderzoekers voortdurend bezig om de geestelijke achteruitgang in kaart te brengen. Een tekort aan sociale contacten is al vaker in onderzoeken hiermede in verband gebracht. Een slechthorende heeft vaak een tekort aan sociale contacten en is het verband dat wordt gelegd begrijpelijk. Nu blijkt dat een slecht gehoor op oudere leeftijd mogelijk ook een risico vormt voor eerdere problemen met denken en herinneren. Dit schrijven Amerikaanse onderzoekers van het John Hopkins Center on Aging and Health.
Vermindering van het gehoor op grond van leeftijd kan een sociaal isolement in de hand werken. De slechthorende loopt weg van zijn probleem, het ligt vaak aan anderen. De jeugd praat tegenwoordig zo onduidelijk, ik hoor nog niet zo slecht of ze praten maar wat harder. De omgeving interpreteert de slechthorende verkeerd en de hulpverleners weten er vaak ook niet voldoende vanaf.
Slechthorendheid veroorzaakt geen dementie. Een slechthorende bejaarde wordt echter gemakkelijk aangezien voor een demente bejaarde. Duidelijk mag zijn dat dementie en het gehoor direct samenhangen. Het gebrek aan aandacht voor slechthorendheid zou wel eens mede de oorzaak kunnen zijn dat vele bejaarden te snel of onterecht voor dement worden aangezien. Een actieve revalidatie had misschien kunnen helpen.
Uw huisarts verwijst eventueel naar een KNO-arts, triage-audicien of Audiologisch Centrum om het gehoor te laten onderzoeken. Vervolgens is een proefperiode met hoortoestellen mogelijk. Maar bedenk: NIETS hoeft en NIETS moet.
Dement? Het zou ook slechthorendheid kunnen zijn!
“Functiegerichte aanspraak”
Met ingang van 1 januari 2013 is er in de hoortoestelverstrekking verandering gekomen. Deze verandering betreft de hoogte van de vergoeding maar ook de procedure. Om te kunnen komen tot een goede aanpassing van een hoortoestel dienen de slechthorenden, de KNO-arts, het Audiologisch Centrum en de audicien zich te houden aan het “Keuzeprotocol Hoorzorg”. Dit protocol is vastgesteld door de Zorgverzekeraars Nederland. De functiegerichte aanspraak is volledig gericht op de beperkingen die u ervaart door het gehoorverlies. U heeft recht op een adequate hooroplossing. Niets meer maar ook niets minder. Wat houdt bovenstaande voor u in? Ten eerste moet uw oor een gehoorverlies hebben van meer dan 35dB (gemiddelde van de hoormetingen bij 1000,2000 en 4000Hz) om voor een hoortoestel in aanmerking te komen en/of u moet last hebben van ernstige tinnitus. Bijzondere individuele zorgvragen kunnen tevens als indicatie gelden.
1. Een uitgebreide hoortest dient gemeten te worden door een KNO-arts, Audiologisch Centrum of een daartoe bevoegde audicien.
2. Er wordt u een vragenlijst voorgelegd die uw persoonlijke beperkingen t.a.v. uw gehoor in kaart moet brengen.
3. Tijdens een intake gesprek bij de audicien kunt u uiteraard bepaalde ervaringen/beperkingen melden waarover niets staat in de vragenlijst. De audicien zal in alle redelijkheid bekijken of dit van invloed zal zijn op de keuze.
Dit alles samen zal leiden tot een vaststelling in een categorie hoortoestellen. Met ingang van 1 januari 2013 zijn door de Zorgverzekeraars Nederland 5 categorieën vastgesteld. Categorie 1 van zeer eenvoudig tot categorie 5 meer geavanceerd. Binnen een categorie heeft u nog een “beperkte” keuzemogelijkheid. U bent volledig vrij om buiten de categorieën een hoortoestel te kiezen waarvoor dan echter geen vergoeding gegeven zal worden. U kunt uiteraard ook contact met ons opnemen. Onder het genot van een kopje koffie leggen wij u graag uit wat bovenstaande voor u persoonlijk betekent. Elders op de website staat aanvullende informatie over de vergoeding voor uw hoortoestel.
Vergoeding 2013.
Met ingang van 1 januari 2013 is er veel veranderd in de procedure van de hoortoestelverstrekking. Deze wijzigingen hebben betrekking op de vergoeding van uw zorgverzekering maar ook op de wijze waarop u een hoortoestel kunt verkrijgen. De eigen bijdrage voor een hoortoestel is wettelijk bepaald en bedraagt 25% van de aanschafprijs. De vergoeding is dus 75% van de aanschafprijs. Mogelijk dat u vanuit uw aanvullende verzekering nog extra vergoeding ontvangt voor uw eigen bijdrage. Dit kan per zorgverzekeraar verschillen. De aanschafprijs is en wordt bepaald door de diverse zorgverzekeraars. Deze aanschafprijs wordt gehanteerd indien u volgens het “keuzeprotocol hoorzorg” een hoortoestel in uw bezit krijgt. De keuze van een hoortoestel gaat volgens de “functiegerichte aanspraak”. De “functiegerichte aanspraak” houdt in dat u recht heeft op een adequate oplossing voor uw beperkingen welke door uw gehoorproblemen worden veroorzaakt. Niets meer maar ook niet minder.
Elders op deze website kunt u lezen hoe er in de praktijk gewerkt moet worden volgens de nieuwe procedures. U kunt uiteraard ook contact met ons opnemen. Onder het genot van een kopje koffie leggen wij u graag uit wat bovenstaande voor u persoonlijk betekent.